Ik kijk
mijn handen
warm nog
van het kind
nog vol van het begin
dat zich voltrekt
naar zijn bestemming
Ik zie
mijn handen
onwillig
om vast te houden
niet in staat
om los te laten
wat zo vol beloften is
Ik kijk naar binnen en zie
wat mij ooit lachen deed en schreien
Ik weet en zie mijn handen
gegroefd
hard van het eelt
vermoeid
geworden tot een monument
("Bloemen uit Beton")
Terug naar de titelpagina
© A.E.J. Kaal, 2002.