GEDACHTEN ONLINE

ARMOEDE

"O zalige armoede:
aan wie haar liefhebben en omhelzen
geeft zij eeuwige rijkdom."

(Clara van Assisi,
in haar eerste brief aan Agnes van Praag).

Hoe rijk zijn wij eigenlijk? Wanneer die vraag klinkt zullen de meesten van ons al vrij snel in gedachten de waarde van hun persoonlijk bezit taxeren. De woorden rijk en arm betrekken we doorgaans niet op ons geestelijk bezit.
In de brief van Clara gaat het om armoe als deugd. Armoede als deugd heeft zijdelings te maken met de vraag naar ons (geestelijk) bezit. In dit verband heeft armoede in de eerste plaats te maken met de vraag, of we in staat zijn om ons te ontdoen van een zekere ballast die we met ons meezeulen: de schijn, die we ophouden; de zekerheden, waarop we ten onrechte vertrouwen; de dingen, die we onszelf wijs maken; onze bravour.
Lukt het ons om daar afstand van te doen? Armoede is in dit verband de overwinning op de angst voor wat er van ons overblijft, wanneer we ons niet groter voordoen dan we zijn. Wie die angst overwint, hoeft - aldus Clara - niet meer bang te zijn; wie die angst overwint, vindt de "rijkdom" in een onbegrensd vertrouwen op wat ons dagelijks wordt geschonken. De armoede, waarover Clara spreekt, is het resultaat van een levenslang proces van zelfonderzoek en vrijwillige onthechting; van overgave aan eenvoud.

Naar de volgende pagina

Terug naar de indexpagina

Reactie? Zend een E-mail