HET WERK VAN CONTACTLEDEN

EEN DISCUSSIESTUK

Gespreksvragen:


Voorbeeldfunctie

Contactleden: dat zijn mensen die namens de geloofsgemeenschap anderen bezoeken. Het bezoekwerk is een vorm van 'onderling pastoraat', van het 'omzien naar elkaar'. Misschien zouden contactleden overbodig moeten zijn: ligt het niet voor de hand dat mensen, die deel uitmaken van een geloofsgemeenschap, elkaar in het oog houden? En met elkaar regelmatig van gedachten wisselen over vragen rond zingeving, rond geloofszaken en rond de intenties waaruit geprobeerd wordt om te leven? Het contactledenwerk heeft dan ook een voorbeeldfunctie: door mensen op te zoeken en met hen te praten over levensvragen stimuleren zij de zorg voor de eigen en elkaars geestelijke groei. En dat is ook nodig: want in de praktijk blijkt, dat er heel wat mensen zijn die niet toekomen of er geen mogelijkheden toe zien om met anderen te praten over wat hen bezighoudt. Daardoor gaat de kritische zin (voor wat in onze samenleving zoal 'gewoon' is gaan heten) vaak ontbreken. Een belangrijke functie van het contactledenwerk is dan ook om mensen te stimuleren en te helpen bij wat eigenlijk de meest normale zaak van de wereld zou moeten zijn: de zorg voor de eigen spiritualiteit en het denken over wat woorden zoals bevrijding, troost, vergeving en levensopdracht betekenen.

Priesterschap van alle gelovigen?

Een bezoek dat iemand als contactlid van de geloofsgemeenschap aflegt is dan ook iets anders dan een 'gewoon' bezoek aan een kennis of een vriend. Het is een bijzonder bezoek. Waarin zit 'm dat? Dat ligt in de extra dimensie die zo'n ontmoeting volgens de kerkelijke traditie heeft. Men verwijst daarbij vaak naar een uitspraak van Jezus: " Want niet zijn er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, of ik ben daar - in hun midden" (Mattheùs 18:20). De gedachtegang hierbij zou als volgt kunnen zijn. Onderling pastoraat krijgt gestalte in 'een goed gesprek', d.w.z. in een persoonlijk gesprek over wezenlijke zaken. Uit het feit dat het een persoonlijk gesprek is kun je evenwel niet zondermeer concluderen, dat er maar twee aanwezigen zijn. Net zoals bijvoorbeeld bij een opvoedkundig gesprek het samenlevingsverband waarvan men deel uitmaakt, met al zijn normen en waarden, gevoeligheden, en conventies wordt gerepresenteerd door de opvoeder, zo is ook een contactlid een representant van een groep - de geloofsgemeenschap. Hij of zij mag de geloofstraditie verwoorden, zowel in vragende als in stellende zin. Vanouds geldt weliswaar dat ieder mens zijn broeders hoeder is: maar dat geldt met name voor wie in naam van die geloofsgemeenschap anderen bezoekt.

Wat is hiervoor nodig?

Het vraagt mogelijk om de bereidheid om enige valse bescheidenheid af te leggen. En dat valt ons uiteraard niet altijd gemakkelijk. Toch is het belangrijk dat we niet schromen met elkaar in gesprek te gaan over ons geloof en wat dat voor ons in ons leven betekent of juist over het gemis aan helderheid daarover. En om bespreekbaar te maken wat we eigenlijk bedoelen als we het hebben over zaken zoals bevrijding, verlossing, vergeving, troost, en zo meer.

Vraagt het voeren van zulke gesprekken niet om professionaliteit? Dat is een mythe, die we misschien maar al te graag geloven: we zijn allen het meest deskundig waar het ons eigen leven betreft. En dat schept de mogelijkheid om daar heel functioneel met elkaar over te praten. Het is evenwel niet verkeerd om je hierin te oefenen: want niets verheldert zoveel als het benoemen van je eigen ervaringen en daaraan een plaats te geven in het verhaal van je leven. Het enige wat hiervoor werkelijk nodig is, is levenservaring en enige fantasie en durf.

Maar, zal iemand zeggen: pastoraat is toch een vorm van hulpverlening? Zeker: dat heeft het pastoraat gemeen met bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg, psychotherapie en bepaalde vormen van maatschappelijk werk. Toch zijn er ook verschillen. Wie problemen heeft op het vlak van zelfbeleving, van zingeving, of in relatie tot andere mensen heet in onze cultuur al gauw "ziek". En wie daar iets aan wil doen krijgt doorgaans de raad om daarbij om professionele hulp te vragen: van een maatschappelijk werker, een dokter, een psychiater, een psycholoog of een pastor. Zo wordt er vaak gedacht. Maar ook daarbij valt een kanttekening te maken: dat onvrede met het bestaan al snel geduid als een 'ziekte', terwijl een rimpelloos, onbekommerd bestaan en een zekere mate van 'zelfgenoegzaamheid' als 'gezond', 'normaal' of zelfs als wenselijk wordt beschouwd. Maar is dat wel zo vanzelfsprekend? Misschien ligt het wel meer in de rede om tegenslag als gevolg van de grilligheid van het lot en de verstoring van een rimpelloos bestaan aan te grijpen als een aanleiding tot meditatie en doordenking. Misschien wenden we ons wel veel te vaak en vaal te snel tot de professional - en hebben we daar overspannen verwachtingen van - met alle gevolgen van dien.

Om kort te gaan...

Onderling pastoraat maakt ernst met het gegeven dat het leven niet maakbaar is. En met het gegeven dat die situaties, waarin wij oplopen tegen de grenzen van onze mogelijkheden, zich bij uitstek lenen voor een zoektocht levenswijsheid en naar helderheid inzake de zin en de betekenis van zulke ervaringen. Onderling pastoraat is gebaseerd op de overweging dat wij aan elkaar geschonken zijn om elkaar tot reis- en tochtgenoot te zijn. Samen kunnen we proberen om iets van de werkelijkheid te begrijpen, waarvan we deel uit maken. Samen kunnen we proberen wijs te worden, waar het gaat om de vraag hoe het leven geleefd kan/moet worden. Pastoraat is onlosmakelijk verbonden met het vermoeden, dat ons leven deel uitmaakt van een mysterie; en dat dit mysterie zich manifesteert in de vorm van dragende, helende, troostende en bevrijdende krachten die soms binnen handbereik liggen - ook al zien we dat vaak niet zo.

Moeilijk?

Het voeren van zulke gesprekken wordt als moeilijk ervaren. Dat is dan ook de reden waarom contactleden regelmatig worden uitgenodigd om zich te oefenen in vaardigheden, die van pas kunnen komen. Bovendien komen in veel gemeenten de contactleden daartoe maandelijks bij elkaar, al of niet onder leiding van de predikant, om ervaringen uit te wisselen. Dikwijls wordt hiervan na enige jaren de oogst binnengehaald: "Aan dat contactledenwerk - daar heb ik zelf zo veel aan gehad!", hoor je dan zeggen.


Terug naar de indexpagina

Reactie? Zend een E-mail

© " kerkwinkel koinonia", 2004.